Er wordt hoofdzakelijk
met carbonfibre hengels gevist. Glas en boron worden alleen door
specialisten nog ingezet. Splitcane wordt gebruikt door de echte
liefhebber met een wat nostalgisch karakter, hoewel er nog steeds
hengels van splitcane gebouwd worden die perfect werpen en vissen. Maar
het handwerk nodig om ze goed te bouwen maakt ze redelijk prijzig en
door het gewicht van het tonkin kunnen de hengels niet te lang worden
gebouwd en voor te zware lijnen, zonder dat het gewicht het viscomfort
nadelig beïnvloedt.
Werpgewicht
Vliegenhengels kunnen een bepaald gewicht lijn werpen. Die gewichten
zijn gestandaardiseerd en worden uitgedrukt in AFTMA nummers. AFTMA
staat voor American Flyfishing Tackle Manufacturers Association. AFTMA 0
is een exceptioneel lichte lijn en AFTMA 15 een zeer zware, bestemd voor
marlijn en dergelijke vissen. In Nederland gebruiken we ATMA 3 tot 5
hengels voor de voorn en de forel en vlagzalm van de beken in de Eifel
en de Ardennen en AFTMA 7 of 8 voor de snoek, de grote forel van het
Oostvoornse meer en voor de zeebaars, geep en andere zeevissen. Op de
hengel zie je het gewicht vaak aangegeven met een #. AFTMA 7 wordt dan
#7.
Neem
de moeite om de vliegenlijn schoon te maken en te voorzien van een
coating welke de lijn gladder maakt en beter laat schieten bij de verre
worpen. Vaak is in dit smeerseltje ook een z.g. weekmaker opgenomen die
de lijn minder hard maakt en zo het barsten van de lijn voorkomt.
Ook is
het raadzaam de vliegendozen eens goed na te zien op verroeste haken en
deze te verwijderen. Dit voorkomt het aantasten van andere goede haken.
Bij heel veel apparatuur met name foto en elektro-apparaten zijn zakjes
Silicacell (kleiaarde) bijverpakt . Dit materiaal niet weggooien maar de
kleinere zakjes in de vliegendozen doen. Deze zakjes zijn in feite
kleine vochtvreters die roest en andere aanslag kunnen voorkomen.
Ook een
klein druppeltje goede olie (b.v. naaimachineolie) op de as van de spoel
en het asje van het draaihandeltje van de reel kan geen kwaad mits niet
te dik en te veel.
Draai
ook als de reel over een slip beschikt deze slip los, de slipschijfjes
zullen daardoor beter blijven functioneren.
Voorzie
de leaders thuis van een nieuwe tip, dit is gemakkelijker te doen dan
aan de waterkant met koude vingers of slecht licht . Ook is het raadzaam
eens een stuk nylonkous door de ogen van de hengel te halen om te zien
of er haakjes en braampjes zijn ontstaan. Deze controle voorkomt dat de
dure vliegenlijn in korte tijd geruïneerd wordt. Doe hetzelfde met het
lijnvenster op de vliegenreel, ook hier kunnen door inwerking van zand
scherpe slijtplekken ontstaan die de vliegenlijn vernielen.
Ook
de wikkelingen waarmee de oogjes op de hengel zijn gezet controleren.
Als er een tussen zit met overdadige slijtage deze vervangen of van een
nieuw laagje lak of beter tweecomponentenlak voorzien. Het zal je maar
gebeuren dat tijdens de dril van een gigantische vis, deze verspeelt
wordt door achterstallig onderhoud.Het is ook raadzaam lijnen die
langere tijd niet gebruikt worden niet op de reel opgespoeld te laten
zitten. Een ronde waspoederverpakking is ideaal om je lijn op te
draaien. Dit voorkomt dat de lijn bij de eerstvolgende keer als een
kurkentrekker van de spoel afkomt.
Ook het
kurk van de greep regelmatig met een fijn schuurmiddel schoonmaken en de
eventueel ontstane gaatjes met wat kurkslijpsel vermengd met lijm vol te
stoppen en met wat fijn korrelig schuurpapier weer glad te schuren.
Behandelen
met lijnolie.
Soorten
lijnen
Lijnmodellen
Naast de verschillende
lijngewichten, waarover bij de hengels al is geschreven, en het feit dat
ze drijven of zinken, zijn er ook nog verschillende modellen. In grote
lijnen zijn dat er drie: LEVEL lijnen, die over de hele lengte even dik zijn. Deze lijnen
worden alleen nog gebruikt als volglijn, niet meer als werplijn. DUBBELTAPSE lijnen, die aan beide einden steeds dunner worden. Dat
tapse verloop wordt aangebracht om het overslaan van de punt, aan het
eind van een worp, wat geleidelijker te laten lopen. Daardoor knalt die
niet als een steen in het water. Het gewicht wat buiten het topoog van
de hengel komt wordt steeds groter, naarmate de lijn langer wordt. Het
gewicht van een lijn wordt gemeten aan de eerste 30 voet, of wel
ongeveer 9 meter. Als je 18 meter lijn uit het topoog hebt, dan is dat
gewicht meer dan verdubbeld, want dat extra deel is niet taps meer. Dus
een gewicht vijf lijn op een hengel geschikt voor een vijf lijn kan dan
overbelasting veroorzaken! TORPEDO of WEIGHT FORWARD lijnen hebben aan een kant
van de lijn een dik gedeelte dat overgaat in een dunne volglijn. De
lengte van dat dikke deel kan variëren tussen de 6 en 15 meter,
afhankelijk van doel waarvoor de lijn is ontworpen. Korte, dikke
torpedo's zijn vaak bedoeld voor grote, zware vliegen, zoals
snoekstreamers, of voor het vissen op korte afstand en lange dunnere
torpedo¹s voor meer subtiele presentaties van kleine droge vliegjes. De
torpedo's worden ook zonder volglijnen verkocht als SHOOTING TAPER
of SCHIETKOP, waaraan je dan een volglijn of RUNNING LINE moet
bevestigen, hetgeen een dunne levellijn is. Met verschillende shooting
heads kun je dan met één drijvende running line een heel systeem
opbouwen, van zeer snel zinkende tot drijvende lijnen.Om de grote
variatie in vliegenlijnen te kunnen hanteren is een coderingssyteem
ontwikkeld, dat er als volgt uitziet: Lijnmodel-Lijn gewicht-Zinkend
of drijvend. Een voorbeeld: DT5F: Dubbeltaps - AFTMA 5 -
Floating (drijvend)
De codes zijn:
Lijnmodel:
|
WF
|
Weight
Forward of torpedolijn
|
DT
|
Dubbel
Taps
|
ST
|
Shooting
Taper, schietkoplijn
|
L
|
Level
lijn
|
TT
|
Triangle
Taper, een WF-lijn, die aan de tip dik is en langzaam dunner
wordt
|
LB
|
Long
Belly, een WF-lijn met een extra lange torpedo.
|
Zinkend of drijvend:
|
F
|
Floating:
drijvend
|
I
|
Intermediate:
zeer langzaam zinkend, met vet drijvend te maken
|
S
|
Sinking:
zinkend
|
F/S
|
Floating/Sinking:
zinktip: een zinkende tip en drijvende volglijn.
|
FS
|
Fast
Sinking: snel zinkende lijn
|
Hi-D
|
High
speed-High Density: zeer snel zinkende lijn
|
DD
|
Deep
Down: de snelst zinkende lijn.
|
Er
zijn verschillende manieren om de leader te bevestigen aan de vliegelijn
1.Loop
Momenteel
zijn er al veel nieuwe vliegelijnen met een lus.
2.Naaldknoop
3.
Lus verbinding
Vliegelijn
ongeveer 4 cm in aceton steken en mantel afstrippen. Een naald 2 cm in
de kern
van
de vliegelijn steken en het uiteinde
doortrekken
en een lus vormen.
4.
Verbinding met secondelijm
In
de kern van de vliegelijn steekt men een injectienaald over ongeveer 1.5
cm. Door de injectienaald 20—25 % steken
en
de injectienaald uit de vliegelijn trekken. Aan de nylon een bolletje
schroeien,
een
druppel secondelijm erop en terugtrekken tot tegen de vliegelijn.
5.Loop-in-junction
Een
eenvoudige manier om de leader aan de vliegelijn te bevestigen, maar
niet zo subtiel om mee
te vissen.
De
vliegelijn in de gevlochten backing steken over ongeveer 3-4 cm en de
siliconetube over beiden terug duwen.
Er
zijn vliegelijnen zonder gevlochten kern, dan kan men enkel
een loop-in-junction gebruiken
Reeltypen
Naast
de 'single action reels' zijn er nog multipliers te koop:
die hebben een tandwiel overbrenging, waardoor de spoel sneller draait
bij het opdraaien van de lijn. Ook automatische reels worden nog
hier en daar gebruikt. Daar zit een veer in die je spant bij het
afspoelen van de lijn. Met een hendeltje geef je de veer vrij en spoelt
de lijn op. Door het veer mechanisme wordt de spoelcapaciteit erg klein
en de reel zwaar. Anti-reverse reels zijn reels waarvan de knop
stil blijft staan als de lijn afspoelt. Daarmee voorkom je dat die tegen
je knokkels slaat als de vis een snelle en lange run maakt. Maar gewoon
voorzichtig zijn werkt ook prima.
Tot
slot zijn er semi-automatische reels, die met een vliegwiel
werking de lijn opspoelen, als je aan handel trekt. Die zijn er voor
lichtere lijnen (tot WF5F met 50 m. backing), wegen weinig (±110 gram)
en zijn niet erg duur. Ik vind ze erg handig, vooral als je vaak je lijn
moet opspoelen omdat de begroeiing ruig is, of vanuit een boot vist, die
je steeds moet verleggen, etc. Voor de beginner raad ik een single
action reel aan, die de benodigde vliegenlijn en 50 meter backing kan
bevatten. Large arbor is mooi, maar voor onze omstandigheden niet echt
noodzakelijk, net als de semi-automaat: wel erg handig!
Leaders
Met
een voorslag of leader wordt de overgang van de dikke vliegenlijn naar
de punt mogelijk gemaakt. Nu kun je natuurlijk een stuk 0,12 mm aan de
vliegenlijn bevestigen, maar dan is die overgang te abrupt en landt de
vlieg voortdurend naast het einde van de vliegenlijn. De meeste vis
wordt niet bepaald bijtlustig als die dikke lijn naast zijn kop in het
water komt. Je moet dus zorgen dat de vlieg een eindje van de
vliegenlijn af landt. Door de overgang van dik naar dun een stukje van
de punt van de vliegenlijn weg te leggen, en kort daarachter de vlieg te
knopen, slaat de leader ook nog goed over en komt de vlieg een eind bij
de punt van de vliegenlijn vandaan in het water. Charles Ritz bedacht
daarvoor een formule, de 'RAFALE' ofwel de 'rukwind' formule. Hij
beweerde dat het dikste deel van de leader 0,6 maal de dikte van de punt
van de vliegenlijn moet zijn. Verder moet dat dikke deel ook 0,6 maal de
lengte van de leader lang worden. Dan moet de overgang naar de dunne
punt komen, die 0,2 maal de lengte van de leader lang moet worden. Dat
betekent dat de dunne punt waar de vlieg aan wordt geknoopt ook 0,2 maal
de lengte van de leader zal worden.
Alternatieve leaders
Getrokken leaders Er worden ook leaders gemaakt die worden getrokken van monofil en die
een verloop kennen van dik naar dun. Jammer genoeg is het verloop echter
vaak onvoldoende. Bij dunne punten vindt je te vaak te dunne dikke
delen, zodat deze niet goed overslaan tijdens het werpen en de vlieg bij
de vliegenlijn blijft landen. Het meeste dikke nylon heeft een
'geheugen', dat wil zeggen dat, als het een tijdje op een spoel zit, het
de vorm van de spoel aanneemt. Dat is niet zo handig voor een leader.
Bij het vastzetten van de haak wil je niet graag eerst alle ruimte uit
de lijn hoeven te trekken. Nu kun je, voordat je gaat vissen, de leader
strekken door ze tussen een stukje gummi door te trekken wat je om de
lijn heen knijpt. Maar helemaal recht krijgen blijft moeilijk.
Gevlochten leaders Een gevlochten lijn kent dat probleem veel minder, zodat de dikke delen
van de leader tegenwoordig vaak worden gevlochten. Dat moet dan wel een
gevlochten 30 ponds lijn zijn wil je het nodige gewicht halen.
Getwiste leaders Door een draad aan een kant vast te zetten en aan de andere kant om de
lengte as te draaien, ontstaat een torsie spanning in de draad. Neem je
nu de beide einden bij elkaar en hang je een gewichtje in het midden,
dan wil de draad terugdraaien, totdat de spanning er uit is. Doe je dit
met meer draden, dan ontstaat een dikke draad uit in elkaar getwiste
dunne draden, die zonder spanning is.Getwiste leaders zijn soepeler,
maar wel volumineuzer dan monofil. Verder zinken ze makkelijker, omdat
er water tussen de draadjes kruipt, maar houden ze ook beter vettigheid
vast. Ook houden ze meer rek dan monofil, maar krijgen bij het weer
ontspannen de neiging om in elkaar te kronkelen.
leader verzwaarde
nimfen:
Gewoon één lengte nylon
diameter volgens vis- en watertype.
Voorn: 10 - 12 % helder
water: 10 %
Forel: 16- 20 % volgens
grote forel
Drijvende lijn leader
verzwaarde nimfen:
1 - 1.5 meter 18 % +
beetverklikker 1- 2 meter 12 %
Drijvende
lijn leader onverzwaarde nimfen of droog voorn:
1 - 1.5 meter
18 % (beetverklikker) 1- 2
meter 12 %
Bindmateriaal
beginnen vliegbinden:
1.
Haken:
Hayabusa
fly 387 nr. 16 en 14 lichte haak droge vlieg of suspender
Hayabusa
fly 761 nr. 16 en 14 zware haak nimfen
2.
Gewone goudkoppen en Tungsten
50 st
2,4 mm goudkop en 50 st. zilverkop voor haken nr. 16 (elk één
zakje)
50 st
2,8 mm goudkop en 50 st
zilverkop
voor haken nr. 14 (elk één zakje)
50 st
2,4 mm tungsten oranje
3.
Binddraad UTC
UTC
Ultra thread 70 - bruin
UTC
Ultra thread 70 - White
UTC
Ultra thread 70 - zwart
UTC
Ultra thread 70 - oranje
4.
Dubbing
UV-Blend
Dubbing – Black [UVB-30]
UV-Blend Dubbing - Pink / Red [UVB-10]
Spectra Dubbing - Orange Fluo [SA-94]
Hare dubbing
plus box in 12 kleuren
5.
Tinsel
Holographic
tinsel HL-01 red [HL-01]
Flat tinsel LPK-05 white pearl
[LPK-05]
Flat tinsel LPK-04 silver [LPK-04]
Flat tinsel LPK-02 gold medium
[LPK-02]
colour wire 0,12 CWF00 silver
[CWF00]
colour
wire 0,12 CWF02 copper
6.
Fazanteveren
Benodigdheden
Vliegbinden
Iedereen
die begint met vliegvissen begint, staat voor de vraag of hij nu zelf
zijn vliegen zou maken of niet.
Volgens
mijn bescheiden mening ben je indien je niet zelf je vliegen maakt wel
een beetje beperkt in je mogelijkheden.
Je
bent namelijk gebonden aan de in de handel te koop aangeboden
kunstvliegen.
Indien
je het besluit hebt genomen om de stap te zetten zijn hier enkele
nuttige tips.
Alles
begint bij de bindtang, koop om te beginnen een tang waar je zeker
garantie hebt op de bekken,
want
het gebeurt regelmatig dat er stukjes uit de bekken springen bij de
goedkopere modellen.
Een
bobijnhouder met een keramieken draadgeleider is een hulpstukje die
jaren kan gebruikt worden mits enige voorzichtiheid. De eenvoudiger
modellen hebben de onhebbelijkheid om je binddraad ten pas en ten onpas
te breken.
Een
vlijmscherp schaartje en enkele hackle klemmetjes zijn eveneens een
onderdeel van je uitrusting.
Een
whipfinish, waarmee je de eindknoop van je kunstvlieg legt. is heel
handig, net zoals een dubbingnaald.
Een
velcro dubbing brush is ook heel handig om je gedubde vlieg uit te
kammen.
Velcro
bestaat met een zelfklevende strip op de achterkant en kan gekleefd
worden op eender wat.
|